Naar inhoud springen

vrijwaring

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 2 mei 2017 om 20:54 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrij·wa·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijwaring vrijwaringen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vrijwaring v

  1. het vrijwaren
  2. (juridisch) garantie dat iemand het genot zal kunnen hebben van een zaak of recht zonder verborgen aanspraken van derden en dat het vrij is van schulden, lasten en verborgen gebreken
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be