vreeslijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vrees·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vreeslijk | vreeslijker | vreeslijkst |
verbogen | vreeslijke | vreeslijkere | vreeslijkste |
partitief | vreeslijks | vreeslijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vreeslijk
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijwoord
Bijwoord
vreeslijk
Gangbaarheid
- Het woord vreeslijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.