voorzetten
Uiterlijk
- Geluid: voorzetten (hulp, bestand)
- IPA: /'vorzɛtə(n)/
- voor·zet·ten
- samenstelling van voor en zetten ww
voorzetten [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorzetten |
zette voor |
voorgezet |
zwak -t | volledig |
- eten of drinken opdienen
- Dan zal ik jullie eens een maaltijd voorzetten. [2]
- Artikelen over dierenwelzijn en veehouderij duikelden afgelopen week over elkaar heen. De Hilversumse veganist Rick Scholtes wil zelfs zijn huisdieren geen dierlijke producten voorzetten. Dierenarts Jan Dijkhuizen ziet koeien als melkfabriekjes wier leven optimaal is als ze maximaal produceren. Roos Vonk kwam nog eens terug op haar vergelijking tussen de Holocaust en de bioindustrie. [3]
- je beste beentje voorzetten
heel erg je best doen zodat je een goede indruk maakt op anderen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 100
- ↑ Volkskrant Pay-Uun Hiu 2 oktober 2017
de voorzetten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord voorzet
vervoeging van |
---|
voorzetten |
voorzetten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorzetten
- ...dat wij voorzetten.
- ...dat jullie voorzetten.
- ...dat zij voorzetten.
- ...dat wij voorzetten.
- Het woord voorzetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voorzetten" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 92 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %