voortploeteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voortploeteren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvortplutərə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- voort·ploe·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voortploeteren |
ploeterde voort |
voortgeploeterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
voortploeteren
- inergatief uiterst moeizaam verder gaan, verder zwoegen
- De Rijksakademie zette in afgeslankte vorm - zonder tekenschool - het hoger onderwijs voor beeldende kunstenaars voort en bleef ondanks de wettelijke regeling nog jaren voortploeteren. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'voortploeteren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Verbong, G.P.J."5 Ingenieurs en het technisch onderwijs 1863-1890" in:Lintsen, H.W. (red.)Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel V. Techniek, beroep en praktijk. (1994) Walburg Pers, Zutphen; ISBN 9060118790; p. 140; geraadpleegd 2018-10-06
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal