voorspelbaarheid
- voor·spel·baar·heid
- afleiding van voorspelbaar met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorspelbaarheid | voorspelbaarheden |
verkleinwoord |
de voorspelbaarheid v
- de mate waarin het mogelijk is betrouwbare voorspellingen te doen
- ▸ Ik schaamde me er bijna voor, maar ik verlangde naar de rust en voorspelbaarheid van Noord-Californië, het deel van de trail dat vaak als saai wordt beschreven.[2]
- ▸ ,,Dit verdrag is cruciaal in termen van het garanderen van voorspelbaarheid en wederzijds vertrouwen in Europa en op grotere schaal’’, verklaarde Vladimir Ermakov tegenover het Russische persbureau Sputnik International.[3]
1. de mate waarin het mogelijk is betrouwbare voorspellingen te doen
- Het woord voorspelbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Caspar Naber“VS willen uit verdrag Open Skies stappen, Russen spreken van ‘klap voor Europese veiligheid’” (21 mei 2020), Tubantia