volwasmonteur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vol·was·mon·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord volwasmonteur volwasmonteurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de volwasmonteurm

  1. (beroep) monteur met een afgeronde opleiding
     Ben jij op zoek naar een job in de techniek die bij jou past? Schrijf je dan nu in bij Tecpoint Personeels-bemiddeling! Van leerling tot volwas monteur en van werkvoorbereider/calculator tot projectleider; het team van Tecpoint gaat graag voor jou op zoek naar de baan waarin jij je thuis voelt![1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 10 oktober 2021 Weblink bron “Informatie”, tecpoint