vogelden uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vogelden uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvoɣəldə(n) ˈœyt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- vo·gel·den uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitvogelen |
vogelden (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitvogelen
- Wij vogelden uit.
- Jullie vogelden uit.
- Zij vogelden uit.
- Wij vogelden uit.
Gangbaarheid
- Het woord vogelden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.