voetenbank

Nederlands

stoel met voetenbankje

Uitspraak

• Geluid:  voetenbank    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• voe·ten·bank

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  voet zn  en  bank zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	voetenbank	voetenbanken
verkleinwoord	voetenbankje	voetenbankjes

Zelfstandig naamwoord

de voetenbank v / m

1. lage kruk om de voeten op te laten rusten

   • Wat deze minimalistische stoel inboet aan grandeur, wordt gecompenseerd door eerlijk materiaalgebruik en flexibiliteit. Zo zit de stoel ook heerlijk overdwars; dus met de benen over de zijkant en één arm over de rugleuning. Het voetenbankje is bovendien ook te gebruiken als zelfstandige kruk. 
   • Afhankelijk van de aard van de verwondingen kan een gipsvlucht maximaal 30 personen vervoeren. Patiënten kunnen liggend vervoerd worden, maar in het toestel staan ook gewone stoelen met een voetenbank. Het cabinepersoneel is medisch geschoold. 

2. lage kruk om op te knielen

Hyperoniemen

• meubel

Gangbaarheid

• Het woord voetenbank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.