voetblessure

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voet·bles·su·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voetblessure voetblessuren
voetblessures
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

voetblessure v

  1. (medisch) (sport) letsel aan de voet door overmatige belasting
     Vorige week zette Jeffrey Herlings een streep onder zijn seizoen in de MXGP. Hij kampt met een voetblessure en laat zich daaraan opereren.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2022 Weblink bron
    NOS Sport
    “Coldenhoff breekt ruggenwervels in Lommel, Gajser pakt eindzege” (Zondag 18 oktober 2020, 13:26), NOS