vloekt stijf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vloekt stijf
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
stijfvloeken

vloekt (…) stijf

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stijfvloeken
    • Jij vloekt stijf. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stijfvloeken
    • Hij vloekt stijf. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stijfvloeken
    • Vloekt stijf! 

Gangbaarheid