vliegroute

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlieg·rou·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vliegroute vliegrouten
vliegroutes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vliegroutev / m [1]

  1. het traject van een een vliegreis
     De piloot die voorop vloog, maakte een uitwijkmanoeuvre voor een ander vliegtuig. Daardoor veranderde zijn vliegroute in de richting van de parachutisten. Volgens het rapport hebben de piloten de parachutisten niet gezien. Het wordt onwaarschijnlijk geacht dat zij op tijd hadden kunnen uitwijken, mochten zij in deze situatie op ramkoers zijn geweest. Wel hadden de springers hun parachute kunnen ontvouwen, waardoor hun snelheid flink zou zijn afgenomen.[2]
     Volgens de nieuwe regels moeten inlichtingendiensten hun informatie nu gaan delen met de EASA, die vervolgens alle luchtvaartmaatschappijen in de EU adviseert. Europarlementariër Matthijs van Miltenburg (D66) is daar blij mee: "Alle Europese maatschappijen moeten beschikken over dezelfde informatie en zo nodig teruggefloten kunnen worden als ze toch voor een gevaarlijke vliegroute kiezen."[3]
  2. het traject dat een vogel of insect vliegend volgt
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 maart 2024 Weblink bron “Parachutisten in Engeland bijna geraakt door Amerikaanse straaljagers” (12 september 2019, 10:02), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 29 maart 2024 Weblink bron “Europees besluit moet nieuwe MH17-ramp voorkomen” (12 juni 2018, 18:40), NOS