vlieg rond

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlieg rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rondvliegen

vlieg (…) rond

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondvliegen
    • Ik vlieg rond. 
  2. gebiedende wijs van rondvliegen
    • Vlieg rond! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondvliegen
    • Vlieg je rond? 

Gangbaarheid