vinificatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·ni·fi·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vinificatie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de vinificatiev

  1. (drinken) het vervaardigen van wijn
    • Gistcellen zijn de feitelijke wijnmakers en zijn tijdens de vinificatie onmisbaar.[4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

43 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen