viert feest
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: viert feest (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvirt ˈfest / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- viert feest
Woordherkomst en -opbouw
- uit viert (werkwoord) en feest (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
feestvieren |
viert (…) feest
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van feestvieren
- Jij viert feest.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van feestvieren
- Hij viert feest.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van feestvieren
- Viert feest!
Gangbaarheid
- Het woord viert feest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.