verplicht

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verplicht    (hulp, bestand)
• IPA: /vər'plɪxt/

Woordafbreking

• ver·plicht

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van verplichten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel

	stellend
onverbogen	verplicht
verbogen	verplichte
partitief	verplichts

Bijvoeglijk naamwoord

verplicht

1. door iets of iemand gedwongen

   • Tekenen is een verplicht vak op deze school. 

Uitdrukkingen en gezegden

Verplicht gebruik.

Vertalingen

    1. door iets of iemand gedwongen   

Deens: obligatorisk (da) Duits: verpflichtet (de) Engels: compulsory (en), obligatory (en), mandatory (en)

Frans: obligé (fr) Spaans: obligado (es), obligatorio (es) Zweeds: obligatorisk (sv)

    verplicht gebruik   

Duits: obligatorische Nutzung, Zahlpflicht

Werkwoord

vervoeging van
verplichten

verplicht

1. enkelvoud tegenwoordige tijd van verplichten
2. gebiedende wijs van verplichten

vervoeging van:	verplichten…
verbogen vorm:	verplichte

verplicht

1. voltooid deelwoord van verplichten

Gangbaarheid

• Het woord verplicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verplicht" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.