Naar inhoud springen

verontwaardiging

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 18 mei 2017 om 21:45 (→‎top: prevalentie-informatie met AWB)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ont·waar·di·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verontwaardiging -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

verontwaardiging v

  1. boosheid.
    • De verontwaardiging was groot bij die vrouw nadat ze opgelicht was. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be