verkruimelen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·krui·me·len
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van kruimel met het voorvoegsel ver- met het achtervoegsel -en of afgeleid van kruimelen met het voorvoegsel ver-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verkruimelen |
verkruimelde |
verkruimeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verkruimelen
- overgankelijk tot kruimels maken
- Ze verkruimelde wat geroosterd brood en paneerde het vlees ermee.
- ergatief tot kruimels worden
- De koekjes waren helemaal verkruimeld.
- (figuurlijk) helemaal vernietigen
- ▸ Katarina Palm, als zij het was, deed er minder dan tien minuten over om hem te verslaan en zijn ingebeelde genialiteit te verkruimelen.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord verkruimelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "verkruimelen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044645149
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %