vergiftig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·gif·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vergiftig | vergiftiger | vergiftigst |
verbogen | vergiftige | vergiftigere | vergiftigste |
partitief | vergiftigs | vergiftigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vergiftig [2]
- gif bevattend
Verwante begrippen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vergiftigen |
vergiftig
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergiftigen
- Ik vergiftig.
- gebiedende wijs van vergiftigen
- Vergiftig!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergiftigen
- Vergiftig je?
Gangbaarheid
- Het woord vergiftig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vergiftig" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ vergiftig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be