Naar inhoud springen

verdomme

Uit WikiWoordenboek
  • ver·dom·me
  • In de betekenis van ‘tussenwerpsel: bastaardvloek’ voor het eerst aangetroffen in 1899 [1]
  • Inkorting van "God verdoeme mij (tot de hel)". [2]

verdomme [3]

  1. (krachtterm) een vloek van ergernis
    • Dat zal me verdomme niet weer gebeuren! 
     ' 'Ik vraag verdomme niet om de mening van een expert, Odelle.[4]
     'Was de priesterm Isaac, wat heb je verdomme gedaan?' Ze renden de hele weg terug naar de finca.[4]
     Hij zei: "Waarom zouden we het hier houden, waar alleen de kippen het kunnen zien?” Omdat het een schilderij van mij was, voor hem, verdomme!' Buiten waren de cicaden aan hun schrille concert begonnen, zo agressief dat het klonk alsof het gras trilde.[4]
     De rand is echt niet zo ver weg, verdomme, als hij zijn arm uitstrekt kan hij hem bijna aanraken, maar zijn zolen slippen en elke gewonnen centimeter is meteen weer verloren.[5]
vervoeging van
verdommen

verdomme

  1. aanvoegende wijs van verdommen
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[6]