Naar inhoud springen

veni, vidi, vici

Uit WikiWoordenboek
  • Volgens Plutarchus[1] uitte Caesar deze zin toen hij verslag uitbracht aan Amantius na zijn overwinning op Pharnaces van Pontus in de Slag om Zela van 47 v.Chr. Suetonius[2] situeert de uitspraak in een opschrift tijdens Caesars triomftocht na de overwinning in Pontus. De drie werkwoorden staan in de actieve indicatief perfectum, 1ste persoon enkelvoud.

veni, vidi, vici

  1. ik kwam, ik zag, ik overwon