veneus
Uiterlijk
- ve·neus
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aderlijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1846 [1]
- afgeleid van het Franse veineux (met het achtervoegsel -eus) [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | veneus | veneuzer | veneust |
verbogen | veneuze | veneuzere | veneuste |
partitief | veneus | veneuzers | - |
veneus
- (medisch) met betrekking tot de aders
- Het woord veneus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veneus" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "veneus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ veneus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -eus in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 55 %
- Prevalentie Vlaanderen 57 %