veldboeket

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

veldboeket
Uitspraak
Woordafbreking
  • veld·boe·ket
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veldboeket veldboeketten
verkleinwoord veldboeketje veldboeketjes

Zelfstandig naamwoord

veldboeket m/o [1]

  1. bos met veel verschilende wilde veldbloemen
    • Prints van veldboeketten, rozen in drie dimensies, grote rozetten, gestileerde lelies. Meer dan één modemaker groet het voojaar met één bloem in de hand, terwijl ze er tien op hun stoffen gooien.[2] 
    • Naast de doolhof konden de aanwezigen een eigen veldboeket samenstellen uit de bloempluktuin op het terrein. De maïsdoolhof is dagelijks geopend tot en met 4 september.[3] 
    • Het is een handzame modulaire synthesizer in reiskoffermodel die een oneindig palet aan klanken kent, afhankelijk van de volgorde waarin je de verschillende onderdelen verbindt. Afgelopen maart verscheen haar album EARS, een van de meest verrassende elektronische albums van het jaar, dat klinkt als een wild, warm veldboeket. Vrijdag treedt Smith op met haar Buchla in De School tijdens Amsterdam Dance Event.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 22 FEBRUARI 2014
  3. Tubantia 11-JULI-2016,
  4. NRC Rolinde Hoorntje 18 oktober 2016