veenmol

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

veenmol
Uitspraak
Woordafbreking
  • veen·mol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veenmol veenmollen
verkleinwoord veenmolletje veenmolletjes

Zelfstandig naamwoord

de veenmolm

  1. (rechtvleugeligen) Gryllotalpa gryllotalpa op Wikispecies insect dat wel wat lijkt op een mol
     Stel je bent geen naaktslak maar een veenmol. Het leven is één groot feest. Een nieuwe zomer met nieuwe schranspartijen. Samen met wat vrienden richt je je vandaag op de radijs. Gisteren had je in deze moestuin de aardappeloogst op de korrel. Prima jaar. Complimenten aan de tuinier. Ze waren voortreffelijk. Zo te ruiken is de radijs van vergelijkbare kwaliteit. Kom op boys, here we go.[2]
    • Als jij het gesprek op een vreemd insect als de veenmol brengt, dan is iemand als Maarten van Rossem een en al oor, maar een hoogleraar scheikunde of economie haakt af. Anders was hij of zij wel bioloog geworden. [3] 
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Jan van Klinken
    “Verbod op rituele slacht graag nog één keer uitleggen, mevrouw Thieme” (1 juli 2011), Reformatorisch Dagblad
  3. NRC Ben Vollaard 14 augustus 2013 Schriftgeleerden en nijvere bijen
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be