valt lastig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: valt lastig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɑlt ˈlɑstəx / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- valt las·tig
Woordherkomst en -opbouw
- uit valt (werkwoord) en lastig (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
lastigvallen |
valt (…) lastig
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lastigvallen
- Jij valt lastig.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lastigvallen
- Hij valt lastig.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van lastigvallen
- Valt lastig!
Gangbaarheid
- Het woord valt lastig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.