uitzwavelen
Uiterlijk
- Geluid: uitzwavelen (hulp, bestand)
- uit·zwa·ve·len
- samenstelling van uit bw en zwavelen ww
uitzwavelen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitzwavelen |
zwavelde uit |
uitgezwaveld |
zwak -d | volledig |
- insecten verdelgen met behulp van zwaveldampen
- Voordat we Parijs verlieten hebben we door mannen in witte ruimtepakken de hele flat laten uitzwavelen; geen van die Franse kakkerlakken is mee naar Holland verhuisd. [2]
- De eerste gasten zijn inmiddels aangekomen, onder wie de Zweedse koning en een Thaise prinses met smetvrees die haar suite in het Sheraton, Rio's enige vijfsterrenhotel, te vies vond en nog een keer liet uitzwavelen. [3]
- (figuurlijk) iets op een harde maar grondige wijze corrigeren
- Het woord uitzwavelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Sarah Hart 18 mei 1991 Zeepspiritus
- ↑ NRC Hans Steketee 29 mei 1992 Rio: "a conferência' is op ieders lippen