Naar inhoud springen

uitverkopen

Uit WikiWoordenboek
  • uit·ver·ko·pen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitverkopen
verkocht uit
uitverkocht
zwak -cht volledig

uitverkopen [1]

  1. overgankelijk de hele voorraad verkopen

deuitverkopenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord uitverkoop
93 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]