uitscheppen

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·schep·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

uitscheppen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitscheppen
schepte uit
uitgeschept
zwak -t volledig
  1. verwijderen met een lepel of schop
     En dan zal ik een pad voor je uitscheppen.[3]
     Jams en compotes (appelmoes). Niet uitscheppen. Schimmels kunnen giftige mycotoxinen produceren.[4]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. uitscheppen op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten)
    “Italiaanse schoenen” (2011), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044521832
  4. Bronlink geraadpleegd op 14 april 2022 Weblink bron
    Yildiz Celie
    “Schimmels op je eten? In veel gevallen is wegsnijden genoeg” (25-09-2018), Tubantia