uitputten
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitputten (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈœʏ̯tpʏtə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈœːtpʏtə(n)/
Woordafbreking
- uit·put·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en putten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitputten |
putte uit |
uitgeput |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
uitputten
- overgankelijk volledig leeghalen
- Zij putten de mijn volledig uit.
- overgankelijk alle energie opgebruiken
- De hele dag hardlopen putte hem behoorlijk uit.
Vertalingen
1. volledig leeghalen
Gangbaarheid
- Het woord uitputten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "uitputten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %