Naar inhoud springen

uitdossen

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 02:11 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·dos·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitdossen
doste uit
uitgedost
zwak -t volledig

Werkwoord

uitdossen

  1. wederkerend zich ~ zich op opvallende wijze kleden
    • Zij dosten zich met carnaval uit met veel veren en glitter. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be