Naar inhoud springen

uafladelig

Uit WikiWoordenboek
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / uɑwˈlæˀðəli /, / ˈuɑwˈlæˀðəli /
  • u·af·la·de·lig
  • Afleiding van het verouderde Deense werkwoord aflade "eindigen, stoppen" met het voorvoegsel u-, met het voorvoegsel af- en met het achtervoegsel -lig
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud uafladelig - -
o enkelvoud uafladeligt
meervoud uafladelige
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
uafladelige - -

uafladelig

  1. aanhoudend, onophoudelijk, voortdurend

uafladelig

  1. aanhoudend, onophoudelijk, voortdurend