trouwkaart

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Trouwkaart van Henry Frances Hall en Emily Lucy Weston
Uitspraak
Woordafbreking
  • trouw·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trouwkaart trouwkaarten
verkleinwoord trouwkaartje trouwkaartjes

Zelfstandig naamwoord

de trouwkaartv / m

  1. kaart waarop staat wie, wanneer en waar met elkaar willen gaan huwen
    • Voer het kerstthema door in de trouwkaarten. Verstuur uitnodigingen waarin het thema duidelijk naar voren komt, zodat de gasten direct zien dat jullie voor een kerstbruiloft kiezen. Wil je een kerstachtige dresscode? Vermeld dit dan op de trouwkaart.[2] 
    • Geef op de trouwkaart aan wat jullie wensen zijn. Denk aan het welbekende envelopje of het www-adres van jullie online huwelijksregister. Dan weten de gasten waar ze aan toe zijn. Je wilt niet dat jullie ceremoniemeester door de hele gastenlijst wordt plat gebeld.[3] 
    • Rare reacties op hun familiaire band hebben de Kesters nooit gehad. Miranda: ,,Misschien dat mensen die niet uit Westland komen het gek vinden. Maar ik heb daar nooit last van gehad. Sterker nog, wij hebben onze familieband gewoon gebruikt op onze trouwkaart. Daarop staat een hartvormige stamboom die laat zien hoe wij aan elkaar gelinkt zijn. We schamen ons er echt niet voor."[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 06 jan. 2016
  3. de Telegraaf 06 jan. 2016
  4. Tubantia Annelou Izeren en Nicolette van der Werff 12-JANUARI-2017