trichofobie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trichofobie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtrixofoˈbi / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- tri·cho·fo·bie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trichofobie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de trichofobie v
- (psychologie) ziekelijke angst voor losse haren en haaruitval
- ▸ Trichofobie, oftewel een afschuw van losse haren, bijvoorbeeld op kleding of in het doucheputje, is een van de meest voorkomende menselijke angsten.[1]
Vertalingen
1. ziekelijke angst voor losse haren
Gangbaarheid
- Het woord 'trichofobie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Hugh Aldersey-Williams (vert. Inge Pieters)“Anatomie: het grote verhaal van het menselijk lichaam”, e-book (2013), Uitgeverij De Bezige Bij b.v., Amsterdam, ISBN 9789400403567, hfst. Het hoofd
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -fobie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Psychologie in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal