trekgat
Uiterlijk
- trek·gat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trekgat | trekgaten |
verkleinwoord |
het trekgat o
- water waaruit men veen haalt dat men op de legakkers laat drogen
- Op de resterende smalle eilandjes (de legakkers) werd het veen die uit het aanliggende water werd getrokken (de trekgaten) te drogen gelegd, zodat daar turven van gestoken konden worden. Nadien hebben wind en golfslag vat gekregen op de smalle eilanden, die geleidelijk aan verdwenen en er grote plassen ontstonden. Aan de westzijde van de plassen zijn nog omvangrijke complexen legakkers overgebleven. [2]
- holle ruimte waardoor verse lucht naar een vuur kan stromen en zo het vuur kan stimuleren
- De brand op Schiphol, waarbij elf doden vielen, kon om zich heen grijpen doordat holle ruimtes tussen de containers als een trekgat werkten waarlangs rook zich razendsnel verspreidde. [3]
- [1] legakker
- Het woord trekgat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trekgat" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf 03 jan. 2014 Loosdrecht en de Vecht
- ↑ NRC Jos Verlaan 11 januari 2007 Ook bouwers kunnen brandveiligheid vergeten
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be