treitertaks
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: treitertaks (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtrɛitərˌtɑks / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- trei·ter·taks
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | treitertaks | treitertaksen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (pejoratief) belasting die eigenlijk bedoeld is om ongewenst gedrag duurder te maken, maar vooral ergernis lijkt te veroorzaken
- ▸ De gemeente Groningen wil per 1 januari reclamebelasting heffen op reclame-uitingen die vanaf de openbare weg zijn te zien. (…) Ondernemers zijn fel tegen deze heffingen, omdat ze deze ervaren als (zoals Mariska Sloot van Stadspartij 100% voor Groningen zegt) ’treitertaks’.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'treitertaks' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Vivien Waszink“treitertaks : Aan onze taks met die taks.” (25 september 2023) op ivdnt.org
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Hein Bloemink“Penningmeester vv Gorecht slaat alarm over reclamebelasting in Haren: “Breedtesport wordt om zeep geholpen”” (6 november 2023) op harendekrant.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal