transportschip

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  transportschip    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• trans·port·schip

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  transport  en  schip 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	transportschip	transportschepen
verkleinwoord	transportscheepje	transportscheepjes

Zelfstandig naamwoord

het transportschip o

1. (transport) (scheepvaart) een schip voor het transporteren van materiaal

Vertalingen

    1. een schip voor het transporteren van materiaal   

Papiaments: barku di transporte

Gangbaarheid

• Het woord transportschip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.