transpireren
Uiterlijk
- Geluid: transpireren (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtrɑnspiˈrerə(n) / (4 lettergrepen)
- trans·pi·re·ren
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zweten’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van het Franse transpirer (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| transpireren |
transpireerde |
getranspireerd |
| zwak -d | volledig | |
transpireren [4]
- onovergankelijk zweten
- waterdamp afscheiden
- Het woord transpireren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "transpireren" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "transpireren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ transpireren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %