touro

Niet te verwarren met: Touro

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  touro    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈtɑuro/

Woordafbreking

• tou·ro

Woordherkomst en -opbouw

• Herkomst: Asjkenazisch Hebreeuws, letterlijk: 'onderwijzing, leer'

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	touro	touro's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de touro v / m

1. (Jiddisch-Hebreeuws) een exemplaar van de Touro

Verwante begrippen

• Hebreeuws: tora
• Jiddisj: toire
• Jiddisj ook: toure

Gangbaarheid

• Het woord 'touro' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Galicisch

enkelvoud	meervoud
touro	touros

Zelfstandig naamwoord

touro m

1. (dierkunde) stier

Portugees

enkelvoud	meervoud
touro	touros

Zelfstandig naamwoord

touro m

1. (dierkunde) stier