tonijnen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tonijnen    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• to·nij·nen

Woordherkomst en -opbouw

•  tonijn zn  met de uitgang -en

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		tonijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tonijnen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tonijn
2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een geslacht Thunnus  van oceaanvissen uit de familie van de makrelen (Scombridae ). Ook soorten uit andere geslachten worden echter wel met 'tonijn' aangeduid, zoals de gestreepte tonijnen (Katsuwonus ). Tonijnen zijn snelle zwemmers die snelheden kunnen bereiken van 75 km/u. Hun lichaam is dicht bij de staart erg slank, de staart is diep gevorkt en er zijn twee rugvinnen

Hyperoniemen

• [2] makrelen, makreelachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] blauwvintonijn, geelvintonijn, grootoogtonijn, tonggoltonijn, witte tonijn, zuidelijke blauwvintonijn, zwartvintonijn

Verwante begrippen

• dwergtonijnen, gestreepte tonijnen
• dwergtonijn, hondstonijn, oostdwergtonijn, slanke tonijn, vlindertonijn, zwarte dwergtonijn

Afgeleide begrippen

• tonijnballetje, tonijnennet, tonijnenvangst, tonijnenvisser, tonijnolie, tonijnsalade, tonijnsaus, tonijnsoort, tonijntoast, tonijnvangst, tonijnvisser, tonijnvisserij

Gangbaarheid

• Het woord tonijnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.