toges

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  toges    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈtoɣəs/

Woordafbreking

• to·ges

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘Bargoens: achterste’ voor het eerst aangetroffen in 1887
• Herkomst: Jiddisj

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	toges	-
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

toges v/m

1. (Jiddisch-Hebreeuws) achterste, achterwerk

Verwante begrippen

• Bargoens: tokes

Vertalingen

    1.   

Engels: toches (en), tush (en), tushie (en)

Gangbaarheid

• Het woord toges staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toges" herkend door:

56 %	van de Nederlanders;
18 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.