toeschouwersaantal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·schou·wers·aan·tal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toeschouwersaantal toeschouwersaantallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het toeschouwersaantalo

  1. aantal toeschouwers dat een sportwedstrijd bezoekt
     Het hoge toeschouwersaantal in Zwolle kwam mede door een actie van de thuisclub. Iedereen die een knuffel meebracht, kon gratis het stadion in. Na afloop werden de knuffels ingezameld voor het goede doel.[1]
     De 34 clubs in het betaald voetbal, voetbalbond KNVB, de Eredivisie CV en de Keuken Kampioen Divisie vinden de versoepeling van het toeschouwersaantal veel te weinig, stelden ze dinsdag voor de persconferentie in een verklaring. Ze overleggen woensdag hoe ze met deze situatie moeten omgaan.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 september 2022 Weblink bron “Recordaantal fans ziet PEC-vrouwen kampioensgroep halen” (Vrijdag 8 februari 2019), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 september 2022 Weblink bron “Publiek terug in betaald voetbal; clubs vinden een derde capaciteit te weinig” (Dinsdag 25 januari 2022), NOS