toeriste
Uiterlijk
- toe·ris·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toeriste | toeristes |
verkleinwoord |
de toeriste v
- een vrouwelijk persoon die voor haar plezier reist
- In dat land werd zij als een toeriste ontvangen.
1. een vrouwelijk persoon die voor haar plezier reist
- Het woord toeriste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.