toeriste
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toe·ris·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toeriste | toeristes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
toeriste v
- een vrouwelijk persoon die voor haar plezier reist
- In dat land werd zij als een toeriste ontvangen.
Vertalingen
1. een vrouwelijk persoon die voor haar plezier reist
Gangbaarheid
- Het woord toeriste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.