toegevend
Uiterlijk
- toe·ge·vend
vervoeging van: | toegeven |
verbogen vorm: | toegevende |
toegevend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | toegevend | toegevender | toegevendst |
verbogen | toegevende | toegevendere | toegevendste |
partitief | toegevends | toegevenders | - |
toegevend [1]
- geneigd de wensen van een ander in te willigen ook als je het er eigenlijk niet mee eens bent
- Clinton, zo luidde de Republikeinse redenering, was tijdens de eerste termijn van Obama als president de minister van Buitenlandse Zaken. Haar zachte en toegevende houding en politiek als bewindsvrouw destijds hebben nu geleid tot de atoomproef. [2]
1. geneigd de wensen van een ander in te willigen ook als je het er eigenlijk niet mee eens bent
- Het woord toegevend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toegevend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 06-01-2016 Republikeinen geven Clinton de schuld
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be