toegevend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·ge·vend

Werkwoord

vervoeging van: toegeven
verbogen vorm: toegevende

toegevend

  1. onvoltooid deelwoord van toegeven


stellend vergrotend overtreffend
onverbogen toegevend toegevender toegevendst
verbogen toegevende toegevendere toegevendste
partitief toegevends toegevenders -

Bijvoeglijk naamwoord

toegevend [1]

  1. geneigd de wensen van een ander in te willigen ook als je het er eigenlijk niet mee eens bent
    • Clinton, zo luidde de Republikeinse redenering, was tijdens de eerste termijn van Obama als president de minister van Buitenlandse Zaken. Haar zachte en toegevende houding en politiek als bewindsvrouw destijds hebben nu geleid tot de atoomproef. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen