Naar inhoud springen

timmert dicht

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 16 feb 2017 om 16:10 (→‎top: nieuw lemma uit bestand Kvdrgeus aangevuld met ipa, etym met AWB)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • tim·mert dicht
vervoeging van
dichttimmeren

timmert (…) dicht

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichttimmeren
    • Jij timmert dicht. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichttimmeren
    • Hij timmert dicht. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dichttimmeren
    • Timmert dicht!