thermisch
Uiterlijk
- ther·misch
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘m.b.t. warmte’ voor het eerst aangetroffen in 1933 [1]
- afgeleid van het Griekse thermós (heet) met het achtervoegsel -isch [2]
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | thermisch | thermischer | |
| verbogen | thermische | thermischere | |
| partitief | thermisch | thermischers | - |
thermisch
- met betrekking tot warmte
- Het woord thermisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "thermisch" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "thermisch" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ thermisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Achtervoegsel -isch in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %