tentennare
Uiterlijk
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | onvoltooid deelwoord |
voltooid deelwoord |
tentennare |
tentennante |
tentennato |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
toekomende tijd |
tentenno |
tentennavo |
tentennerò |
volledig |
- ten·ten·na·re
- Een klanknabootsing, vergelijkbaar met tintinnare ("klingelen").
tentennare
- wankelen, niet vast staan
- «Gli tentenna un dente.»
- Hij heeft een losse tand.
- «Gli tentenna un dente.»
- (figuurlijk) weifelen, aarzelen
- «Anche le scimmie tentennano; dubitare non è solo umano.»
- Ook apen weifelen; twijfelen is niet alleen menselijk.
- «Anche le scimmie tentennano; dubitare non è solo umano.»
- overgankelijk zachtjes schudden
- «Luigi tentenna il capo.»
- Luigi schudt met zijn hoofd.
- «Luigi tentenna il capo.»