tenrek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ten·rek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tenrek | tenreks |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de tenrek m
- benaming voor zoogdieren uit de orde Tenrecidae , die in Afrika en vooral op Madagaskar voorkomen
- ▸ Tenreks, fossa’s en lemuren, op Madagascar wemelt het van de dieren die nergens anders op aarde leven.[3]
- klein zoogdier, Tenrec ecaudatus , dat alleen op Madagaskar voorkomt
- ▸ Onder de insectenetende dieren is de tenrek of borstelegel het merkwaardigste.[4]
Synoniemen
- [1.1] borstelegel, gewone tenrek
Hyponiemen
- [1] zie de categorie: Tenreks in het Nederlands
Vertalingen
1. benaming voor zoogdieren uit de orde Tenrecidae
Gangbaarheid
- Het woord tenrek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ tenrek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Traugott Bromme (vert. T.C. Winkler)“Atlas der natuurlijke geschiedenis, voor scholen en huisgezinnen” (1862), J.C. Loman, Amsterdam, p. 12 kol. 1
- ↑ Weblink bron Michiel van Nieuwstadt“Kolonisten op drijfhout” (23 januari 2010) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron P.A. van DeinseMadagaskar. (vervolg) in: Tijdschrift voor geschiedenis, land- en volkenkunde, jrg. 12 nr. 4 (1897), Delsman en Nolthenius, Amsterdam, p. 236