tekent af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·kent af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aftekenen |
tekent af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftekenen
- Jij tekent af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftekenen
- Hij tekent af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aftekenen
- Tekent af!
Gangbaarheid
- Het woord tekent af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.