tekent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·kent

Werkwoord

vervoeging van
tekenen

tekent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tekenen
    • Jij tekent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tekenen
    • Hij tekent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tekenen
    • Tekent!