tegenstrijdig
Uiterlijk

- Geluid: tegenstrijdig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌteɣə(n)ˈstrɛidəx / (4 lettergrepen)
- te·gen·strij·dig
- Afgeleid van de stam van tegenstrijden met het achtervoegsel -ig.
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | tegenstrijdig | tegenstrijdiger | tegenstrijdigst |
| verbogen | tegenstrijdige | tegenstrijdigere | tegenstrijdigste |
| partitief | tegenstrijdigs | tegenstrijdigers | - |
tegenstrijdig
- niet overeenstemmend; met elkaar in tegenspraak
1. niet overeenstemmend
- Het woord tegenstrijdig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tegenstrijdig" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %