tarifering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·ri·fe·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tarifering tariferingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tariferingv

  1. het bepalen van de prijs
    • Beide sprekers gaan in op onderwerpen als tarifering en beloning, gastarbeiders en de verhoudingen op de werkvloer. De bijeenkomst begint om 15.00 uur. [2] 
    • 'De sterke concurrentie kan tijdelijk leiden tot (te) scherpe tarifering'. Omzetbehoud kan volgens DNB wel een tijdelijke doelstelling zijn in bepaalde omstandigheden, maar winstgevendheid moet voldoende meewegen in de besluitvorming over de prijzen, vindt zij. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

52 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen